De mens, die eet,
Of die nu wel of niet weet
Welke vitamine of calorie die rijker werd
Van die ene niets-ontzienende beet,
De appels waren nog niet gevallen van de bomen
Of we lieten reeds een dartele koerier met een pakketje snelle voeding komen
Hoe kon het mensenbrein toch ook vermoeden, ofschoon het messiaanse lijden van de pens
Dat ons lijf die verzadigde gasten liever niet door zijn intestijnen had voelen stromen
Nu heb ik wellicht uw amygdala aan het vuren gebracht
Uw redelijkheid in deze poëtische aanval versmacht
Toch is het helemaal niet zo belerend bedoeld
Ik heb namelijk zelf ook geen hypermorele supernutritionele superkracht.
Derhalve is mijn wens, die wens is voor u en voor mij
Ik koester die reeds, boetseer hem naar uw eigen leven, zoals klei
Te luisteren naar wat uw lichaam u vertelt
Hou het bij zoals een afgetreden non dat doet met een geparfumeerde paterspij
Signed,
P. Stinissen
Reacties
Een reactie posten